Boeren, Burgers en Rechtspraak

Standenmaatschappij 

In de middeleeuwen heerste aanvankelijk het idee van een door God opgelegde maatschappelijke ordening in drie standen: adel, geestelijkheid en boeren. Idealiter zorgde de adel voor bestuur en bescherming van de bevolking, de geestelijkheid voor ieders zielenheil en de boerenstand voor het voedsel.  
Vanaf de 12e eeuw kwam er verandering in de drie-standen-ordening. De voedselproductie verbeterde, zodat overschotten verhandeld konden worden, handelsactiviteiten nemen toe. Handel en uitoefening van ambachten concentreerden zich in de groeiende steden. De ambachtslieden verenigden zich in gilden. Rijke kooplieden staken de oude adel naar de kroon en vormden een nieuwe maatschappelijke bovenlaag. Zo ontstond een nieuwe sociale ordening, van rijk naar arm: het stedelijk patriciaat (de kooplieden), de adel en hoge geestelijkheid, ambachtslieden en kleine ondernemers, arbeiders en kleine boeren. 

Wetgeving rond eigendom, erfrecht en strafrecht waren geregeld in plaatselijk en streekgebonden recht, vaak gewoonterecht. De kerk ontwikkelde een eigen, canoniek recht. De adel en soms ook de geestelijkheid wezen personen of instituties aan die toezicht hielden op naleving van de wetten en bij wetsovertreding straffen mochten uitdelen, zoals een veroordeling tot de schandpaal, verbanning of veel zwaardere straffen. 

Wilt u meer weten over de boerenstand, het boerenbedrijf en de burgerij? Klik dan op de link of volg de QR-code bij deze onderwerpen in de vitrine. Ook over een strafmiddel als de schandpaal kunt u op deze manier lezen.Ā Ā 

vitrinepaneel Boren en Burgers
vitrinepaneel Rechtspraak en Onderwijs