De Hanze

In de steden van Noord-West-Europa vormden middelgrote boeren en afgezanten van handelaren een klasse van kooplieden. Zij verenigden zich in Hanzen, voor het eerst in 1356 in de Duitse stad Lübeck. Een Hanze was een gezelschap, gemeenschap of (bewapende) schare van handelslieden, die elkaar beschermden tegen rovers en samenwerkten op economisch gebied. Het doel was elkaar te informeren over veilige handelsroutes, het vaststellen van richtprijzen en afspraken maken om gezamenlijk privileges te kunnen afdwingen, zoals vrijstelling van tol. Zo stimuleerden zij de onderlinge handel en winst. Op het hoogtepunt van de Hanze, begin 15e eeuw, waren er ongeveer 200 Hanzesteden. Deze Hanzen werden steeds machtiger, waaronder die van Londen, Italië en van de Oostzee.


De Kogge

De handel bestond uit goederen als zout, hout, vis, graan, bier en wijn, laken, bijenwas en dierenhuiden. Het vervoer van deze producten vond vooral plaats over zee en over rivieren. Het belangrijkste schip dat hiervoor gebruikt werd was de kogge.