GHISELBERTUS HEER VAN GOYE

1200 – 1271 

GHISELBERTUS HEER VAN GOYE

Mijn naam is Ghiselbertus van Goye. Als oudste van vier zonen van Walterus graaf van Goye en mijn moeder Rixa ben ik in 1200 geboren op kasteel ten Goye. 

Ik groeide op in welstand want mijn familie behoorde tot de oude koningsadel net als de families van Amstel en Woerden. Mijn vader is in 1240 tijdens een strijd tegen de Pruisen gesneuveld. Als oudste volgde ik mijn vader op toen ik samen met mijn vrouw al drie dochters en drie zonen had. Na haar dood trouwde ik met een vrouw die Mabelia heette. In 1252 kreeg ik ook nog kasteel Hagestein in leen van graaf Otto van Gelre. 

Het kasteel ten Goye, waar ik woonde, is al in de 10e of 11e eeuw gebouwd op een door de rivier in eeuwen opgestuwd stuk land, de zogenaamde “Houtense Stroomrug” en het was ook nog strategisch gelegen midden in het graafschap Upgoa.  

Het kasteel werd uiteindelijk ook groot ongeveer 140 bij 50 meter en was gebouwd met grote bakstenen de zogenaamde “kloostermoppen”.  Het bestond uit een ridderhuis met torens en een voorburcht. Binnen de muren was een veilige binnenplaats en er was een kapel waar de bewoners van de omliggende boerderijen ook konden kerken. Van de woonvertrekken was de ridderzaal het grootst en daar brandde de openhaard zeker in de winter want het kasteel was koud en vochtig en er zaten maar weinig ramen in. Om het kasteel lag een binnen en een buitengracht. Naast de woonvertrekken en stallen waren er ruimtes voor opslag van voedsel dat door de pachtende boeren met ossenkarren naar het kasteel gebracht werd.  Het geheel was van grote militaire waarde. 

Schriftelijk werd het kasteel voor het eerst in 1259 genoemd want in die tijd deed ik een grondruil met de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianden. Tot dan toe werd dat bij geërfde en niet leenplichtige bezittingen mondeling afgehandeld. 

Ik steunde graaf Willem II van Holland, die in 1247 ook Rooms-Koning werd, in zijn streven om zijn koninklijke gezag op de Utrechtse bisschop in onze streek te herstellen. Nadat er in 1255 een aanslag op die bisschop was gepleegd kwam het tot een militaire strijd tussen de legers van de bisschop en Willem II die ik mijn steun toegezegd had. Gelukkig wonnen wij die strijd. Helaas werd koning Willem II een jaar later bij een strijd tegen de Friezen op 28 januari 1256 gedood, nadat hij door het ijs gezakt was. 

Daarna kreeg de bisschop hier in de streek weer alle macht en in 1257 moest ik met mijn medestrijders in de Utrechtse Domkerk de bisschop om vergiffenis vragen en trouw beloven aan de bisschop. 

 Ik kon dat uiteindelijk niet verkroppen. Mijn kastelen ten Goye en Hagestein droeg ik over aan mijn twee oudste zonen Walterus en mijn naamgenoot Ghiselbertus en ik trad in als broeder van de Ridderlijke Duitse Orde Balije in het zogenaamde Duitse Huis te Utrecht.  

Die Duitse orde richtte zich vooral op de geestelijke vorming van zijn leden en het beheerde een charitatief vermogen. In 1270 werd ik landskommandeur van die orde; er werd zelfs een schilderij van mij gemaakt zodat mijn nageslacht mij met mijn lange baard en in harnas met familiewapen altijd kon zien. Na drie jaar broederschap overleed ik op 16 maart 1271 en daarna begraven in de kerk van het Duitse Huis. 


Gesproken tekst;