Vanaf de Romeinse tijd hangen de inwoners van onze regio een mengsel van Romeinse en natuurgodsdiensten aan. In de zevende eeuw introduceren de Franken het christendom in onze regio en dat luidt ingrijpende veranderen van zowel de bebouwing als de culturele, economische en politieke ordeningen in. In plaats van heilige plaatsen buiten, worden kerken en kloosters een algemeen verschijnsel. Het Kromme Rijngebied is al in de achtste eeuw vermaard om zijn kerken en die van Houten en Werkhoven behoren tot de alleroudste.
In plaats van fusies van Romeinse en inheemse goden vereren de inwoners voortaan de christelijke heiligen. Zo is Heribert de patroonheilige van het kerkje in Odijk. En bevat het altaar van de kerk van Houten twee relikwieƫn die door Bonifatius aan de kerk zouden zijn geschonken. Ook de omgang met de tijd is voortaan christelijk, het jaar volgt voortaan het ritme van de liturgie en het diocees Utrecht houdt er een uitgebreide heiligenkalender op na.
Allerlei belangrijke momenten in het leven van de inwoners worden voortaan via de kerk gereguleerd en gemarkeerd met rituelen. De doop lijft de kinderen in bij de kerk. De priester ziet er bij de doop op toe dat er geen heidense naam wordt gegeven, zodat de Germaanse namen langzaam verdwijnen, al blijven ze in sommige streken nog lang in gebruik. Ook het huwelijk is voortaan een sacrament, een burgerlijk huwelijk kent men in de Middeleeuwen niet.
Het hier getoonde graf uit 700 heeft nog de oude heidense kenmerken zoals grafgiften, echter ook begrafenispraktijken zullen ingrijpend veranderen. De doden worden voortaan in gewijde aarde in of rond de kerk begraven met het hoofd naar het westen en grafgiften worden een zeldzaamheid.
Het Christendom laat nieuw erfgoed na, zoals kathedralen, reliekschrijnen, kerkservies en schilderingen. Het behoort, net als de Islam en het Jodendom bij de religies van het boek. De bijbel bevat de openbaring van de enige waarheid en de opvattingen die bij het geloof horen zijn onveranderlijk en vastgelegd op schrift. Ook de afschriften van heilige boeken die op bestelling van een (rijke) opdrachtgever worden gemaakt zijn prachtig versierd.

Vanaf 925 hoort de Kromme Rijnstreek bij het Oost-Frankische rijk en probeert de koning de regionale macht van de kasteelheren in te perken met een rijkskerkenstelsel waarbij zoveel mogelijk wereldlijke ambten door bisschoppen worden bezet. De inwoners vallen onder een parochie en betalen belasting, de ātiendenā aan de kerken. Dankzij het rijkskerkenstelsel zal de bisschop van Utrecht tot 1528 landsheer van het Nedersticht zijn.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.